De Hypancistrus Zebra, beschreven in 1991 door Isbrücher & Nijssen, is een uniek gepigmenteerde harnasmeerval. Behalve één eigenschap heeft deze meerval alles in zich om tot één van de meest populaire aquariumvissen uit te groeien. Deze ene eigenschap is… de schaarste van deze vis.
Omdat hij vrij klein blijft, 8 tot 10 centimeter, zijn een aantal exemplaren al in een gezelschapsbak vanaf zo’n 80 centimeter te houden. Voor een speciaalaquarium waarin geen bijvissen aanwezig zijn, volstaan nog kleinere aquaria. Daarnaast kunnen we stellen dat de Zebrameerval weinig eisen aan de waterwaardes stelt. In mijn kweekbakken zit de Ph-waarde bijvoorbeeld tussen de 8 en 8,5. Dat wijkt echt wel flink af van hun natuurlijke biotoop, de Rio Xingu in Brazilië.
In de omgang is de Zebra eerder schuw dan agressief. Alleen als grote mannen het op hetzelfde hol hebben voorzien kunnen er heftige gevechten ontstaan.
Qua voeding moet er rekening mee gehouden worden dat de Zebrameerval een carnivoor is. Plantaardig voedsel wordt niet of nauwelijks aangeraakt. Met name rode muggenlarven zijn goed voedsel. Daarnaast kan ook artemia en ander dierlijk voedsel aangeboden worden. Wat betreft voedertabletten heb ik zelf wisselend succes. Soms wordt het totaal genegeerd, maar ik heb ook een groepje gehad die het wel opnam.
In het land van oorsprong, Brazilië, is een exportverbod van kracht op deze mooie meerval. Dit exportverbod zal de komende jaren sowieso van kracht blijven. Exemplaren die uit het wild gevangen zijn, zal je daarom weinig meer tegenkomen in de aquariumspeciaalzaken. Gelukkig zijn er veel liefhebbers (en met de hoge prijzen ook gelukszoekers) die pogingen wagen om de Zebrameerval na te kweken. En met succes. Door een aantal factoren is het aanbod van nakweek echter nog (veel) te laag om prijzen weer terug te brengen naar het niveau van een paar jaar geleden. Überhaupt is de verkrijgbaarheid van nakweek nog erg laag. Met name in Duitsland worden ze wel regelmatig aangeboden in het particuliere circuit. Een aantal van de eerder aangehaalde factoren zijn:
- Zeer beperkte verkrijgbaarheid van vrouwtjes.
- Hoewel niet heel moeilijk te kweken, zijn het nou ook weer geen Ancistrus Dolichopterussen.
- De legsels zijn klein, gemiddeld een ei of 10 – 12.
- Het duurt een aantal jaren (3?) voordat een jong zelf weer voor nakweek kan zorgen.
Over één ding hoeven wij ons denk ik geen zorgen te maken. Er zijn voldoende exemplaren in gevangenschap aanwezig om het voortbestaan van de Zebrameerval voor de aquarianen te verzekeren.